Begrippen
Hieronder vind je een korte verklaring voor een aantal begrippen met betrekking tot courante problematieken waarvoor psychotherapie vooral wordt geconsulteerd.
AD(H)D
Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (meestal in de kindertijd ontstaan en soms pas op latere leeftijd gediagnosticeerd), gekenmerkt door onvoldoende vermogen om aandacht te houden, hyperactiviteit en impulsiviteit.
Burnout
​Burnout, is een specifieke vorm van stress. In beroepen waar je veelvuldig en intensief contact hebt met mensen, zoals in het onderwijs, de gezondheidszorg en het management, kan na verloop van tijd burnout optreden. Burnout betekent zoiets als opgebrand, uitgeblust en emotioneel uitgeput zijn. Meestal is er sprake van drie samenhangende kenmerken, nl. emotionele uitputting , depersonalisatie , gevoelens van afnemende competentie.
Wanneer de oorzaak weggenomen wordt, blijven de verschijnselen en kan men de balans niet terug vinden. Burnout ontstaat ook meestal door een opeenstapeling van stressfactoren en frustraties over een lange termijn, meestal over jaren.
Chronisch vermoeidheidssyndroom
​Chronisch vermoeidheidssyndroom, kortweg CVS genoemd is een uitgesproken vermoeidheid die al langer dan 6 maand aanhoudt, niet verdwijnt met rust en die uw dagdagelijkse activiteiten aanzienlijk beperkt.
Depressie
​Is een gemoedstoestand waarbij bedroefdheid, pessimisme en gebrek aan zelfvertrouwen overheersen.
Depressie kan verschillende oorzaken hebben. Depressieve klachten wijzen niet noodzakelijk op een stemmingsstoornis.
Fobie
Een fobie is een psychische aandoening waarbij iemand, om doorgaans onduidelijke redenen, een ziekelijke angst ontwikkelt voor specifieke zaken of situaties. Deze angst staat niet in verhouding tot de reële bedreiging die van de situatie of het object uitgaat en de lijder is zich hiervan goed bewust. Niet alle angststoornissen worden fobieën genoemd. Als angst niet voor bepaalde zaken of situaties is, spreken we niet van een fobie, maar van een paniekstoornis of van gegeneraliseerde angst.
Hoogsensitiviteit
​Hoogsensitiviteit komt voor bij mensen die snel worden overweldigd door prikkels uit de buitenwereld (geluiden, geuren,...).
Impulscontrolestoornissen
Een impulscontrole stoornis wordt gekenmerkt door het herhaaldelijk niet in staat zijn zich te verzetten tegen bepaalde schadelijke en/of verboden activiteiten. Iemand met een stoornis in de impulscontrole kan zich niet beheersen. Hij kan zich niet verzetten tegen de neiging om iets te doen dat schadelijk is voor zichzelf of voor anderen.
Obsessief compulsieve stoornis
De obsessief-compulsieve stoornis (OCS) is de oude naam voor wat men vroeger dwangneurose noemde. OCS komt in verschillende vormen voor, maar het meest voorkomende kenmerk is een obsessieve drang om bepaalde handelingen (rituelen) uit te voeren. De OCS-cliënt voert deze handelingen (compulsies) uit als reactie op dwangmatige gedachten (obsessies). Voor anderen lijken deze handelingen overbodig en zij hebben ook geen oog voor de details, maar voor de patiënt zijn deze handelingen van vitaal belang en moeten ze volgens een bepaald patroon worden uitgevoerd om vermeende nadelige gevolgen te voorkomen. vb: het zeer vaak controleren of een deur gesloten is.
Opvoedingsproblemen
Wanneer opvoeden enige tijd moeilijk verloopt en het proberen van een andere aanpak niet tot het gewenste resultaat leidt, kan men spreken van opvoedingsproblemen. vb: spijbelen,
Posttraumatische stressstoornis (PTSD)
De posttraumatische stressstoornis (PTSS) is een aandoening die meestal ontstaat als gevolg van ernstige stressgevende situaties, waarbij sprake is van levensbedreiging, ernstig lichamelijk letsel of een bedreiging van de fysieke integriteit. Deze situaties zijn voor de persoon traumatisch. vb: oorlog, geweld, verkrachting, emotioneel of lichamelijk misbruik in de vroege jeugd, verkeersongeval, ...
Psychose
Een psychose is een psychische aandoening, waarbij de cliënt het normale contact met de (zo door zijn omgeving ervaren) werkelijkheid geheel of gedeeltelijk kwijt is.
Psychosomatische klachten
Het betreft lichamelijke klachten (vb: bepaalde vorm van migraine, spijsverteringsklachten, ...) die geen rechtstreeks somatische oorzaak hebben maar het resultaat zijn van beïnvloeding door psychische factoren.
Relationele problemen
Het is volkomen normaal dat een relatie tussen mensen ups en downs heeft.
Soms is het echter niet evident om uit een moeilijke periode te komen of is er twijfel of de relatie nog zin heeft, op dat moment kunnen we spreken van relationele problemen.
Rouwverwerking
Het gaat hier over verwerkingsproblemen tijdens een rouwproces (vb: ten gevolge van verlies van een partner, maatschappelijke rol, ...)
Stress
Is een situatie waarbij de draagkracht en de draaglast in onevenwicht zijn en de persoon niet meer over voldoende regelmogelijkheden beschikt om deze in balans te brengen.
Weerbaarheidsproblemen
Weerbaarheidsproblemen treden op wanneer men niet in de mogelijkheid is zijn/haar grenzen (verbaal en non-verbaal) aan te geven ten aanzien van anderen. Gebrekkige sociale vaardigheden (assertiviteit, samenwerken, overtuigingskracht, mondelinge communicatie, empathie, ...) liggen hiervan dikwijls aan de basis. Langdurige problemen (tgv. pesterijen, frustraties, conflicten, ...) zijn nefast voor het zelfbeeld.
O.m. assertiviteitstrainingen dragen bij tot het ontwikkelen van interactieve-relationele vaardigheden.
Zingevingsproblemen
Het betreft hier problemen of vragen die te maken hebben met de zin van je leven. Vragen naar het waarom van het leven, meestal na een ingrijpende verandering.